Op 20 juli 2017 keurde de federale ministerraad het wetsontwerp voor de hervorming van het Wetboek van Vennootschappen goed. Per 1.5.2019 is deze wet van kracht. Wat verandert er nu juist? Er zijn drie belangrijke ingrijpende wijzigingen.
1. Afschaffing van het verschil tussen burgerlijke en handelsvennootschappen
Het onderscheid tussen handelsvennootschappen, die een commercieel doel hebben (bv. een bouwbedrijf), en burgerlijke vennootschappen, die geen commercieel doel hebben (bv. de praktijk van twee artsen), valt weg. Alle vennootschappen, vzw’s en stichtingen worden in het nieuwe wetboek beschouwd als ‘ondernemingen’. Het belang daarvan is dat burgerlijke vennootschappen en vzw’s vanaf de invoering van het nieuwe wetboek ook het faillissement zullen kunnen aanvragen. Een ‘recht’ dat tot nu toe alleen is voorbehouden voor handelsvennootschappen.
2. Opname van de verenigingen
De naam zegt het al zelf: het nieuwe ‘Wetboek voor Vennootschappen en Verenigingen’ zal de wet dicteren voor zowel vennootschappen als verenigingen. Niet de aard van de activiteiten, maar het nastreven van winstuitkering wordt na de hervorming het enige criterium om vennootschappen en verenigingen te onderscheiden. Met een vereniging mag je dus winst maken, zolang je ze uitkeert aan een belangeloos doel (en niet aan de oprichters, bestuurders, leden …).
3. Minder vennootschapsvormen
Van alle vennootschapsvormen worden er nog vier behouden:
1° De maatschap: aantrekkelijk vanwege zijn eenvoudige oprichting, maar risicovoller vanwege de persoonlijke en onbeperkte aansprakelijkheid. De vof en gcv gaan op in deze vorm.
2° De coöperatieve vennootschap (cv): voor minstens drie aandeelhouders, allemaal beperkt aansprakelijk.
3° De besloten vennootschap (bv): de vroegere bvba, vooral interessant voor kleine en middelgrote ondernemingen (geen startkapitaal).
4° De naamloze vennootschap (nv): voor grote bedrijven (startkapitaal: 61.500 euro).
Aan de Europese vennootschap en het economisch samenwerkingsverband werd niet geraakt, aangezien die onder Europees toezicht vallen.
Andere nieuwigheden
Ook deze veranderingen zullen stap voor stap in werking treden:
Het startkapitaal in de bv verdwijnt: vroeger bedroeg het startkapitaal van een bvba 18.550 euro. In de nieuwe bv ben je vrij om zonder enig kapitaal te starten.
‘Eenhoofdigheid’ in de bv en nv: één vennoot volstaat om een bv of nv op te richten. Het doet er ook niet meer toe of het om een natuurlijk persoon of een rechtspersoon (bv. een vennootschap) gaat.
Meer ‘openheid’ in de bv: de bv zal dichter aanleunen bij de nv. Zo zal een bv onder meer aandelen vrij overdraagbaar kunnen maken en zelfs een beursnotering krijgen.
Grens op aansprakelijkheid: de aansprakelijkheid zal beperkt worden, naargelang de omvang, de omzet en het balanstotaal van je onderneming.
Het recht ‘verhuist’ niet langer mee: een Belgische vennootschap die haar maatschappelijke zetel naar het buitenland verhuist, zal ook onder het buitenlandse vennootschapsrecht vallen.
Wat met bestaande vennootschappen?
Die krijgen een overgangsperiode. Ze hebben tot 2029 de tijd om hun statuten volledig in overeenstemming te brengen met het nieuwe vennootschapsrecht. Doen ze dat niet, dan wordt hun onderneming automatisch omgevormd naar de meest conforme vorm.
Recente reacties