Thema: personenbelasting

Circulaire n.a.v. wetswijziging inzake onroerende goederen in het buitenland

Eind vorig jaar werd België door het Europees Hof van Justitie veroordeeld naar aanleiding van de manier waarop in de personenbelasting een onderscheid gemaakt wordt tussen de bepaling van het onroerend inkomen wanneer men een onroerend goed bezit in België versus in het buitenland.

Om een einde te stellen aan deze discriminatie werd de wet van 27/02/2021 gestemd, die stelt dat vanaf aanslagjaar 2022 een buitenlands onroerend inkomen op dezelfde manier dient gewaardeerd te worden dan een Belgisch, namelijk aan de hand van een kadastraal inkomen.

Om te begrijpen wat dit inhoudt, dienen we dat begrip te kaderen.

Het kadastraal inkomen is een fictief jaarlijks netto-inkomen dat een onroerend goed aan zijn eigenaar zou opbrengen op een bepaald referentietijdstip.

In dit geval is het referentietijdstip nog steeds 1 januari 1975.

Door de nieuwe wet is nu dus besloten dat u, als eigenaar, uw buitenlands onroerend goed op dezelfde manier zal moeten aangeven in de personenbelasting, als zoals u dat doet met een Belgisch onroerend goed, namelijk door het kadastraal inkomen aan te geven.

Uw eerste vraag is ongetwijfeld “Wat is het kadastraal inkomen van mijn onroerend goed?” en vervolgens  “Waar moet ik dat vinden?”

Laat me beginnen met u te zeggen dat u dat inderdaad niet kent en niet hebt! De reden is eenvoudig, het is er nog niet. Het is de Administratie van Opmetingen en Waarderingen (het vroegere Kadaster) dat u die waarde zal moeten bezorgen.

Hieromtrent moeten we meteen al 2 verschillende situaties van elkaar onderscheiden:

  1. U bezat reeds een buitenlands onroerend goed op 1/1/2021

In dat geval hebt u dit in het verleden aangegeven in uw aangifte in de personenbelasting.
Zo is de administratie hiervan op de hoogte en zullen zij u contacteren en uw kadastraal inkomen aan u betekenen.

U zal hieromtrent gecontacteerd worden en men zal u vragen informatie te verstrekken. U bent wettelijk verplicht deze te communiceren.

Men zal u vragen om een korte beschrijving te geven van het goed en de ligging door te geven. Vervolgens zal men u ook vragen naar de normale verkoopwaarde van een dergelijk pand. Indien deze laatste niet gekend is, zal me u vragen op te geven wat u betaalde in het jaar dat u het pand/goed verwierf, alsook eventuele kosten die u zou gedaan hebben aan werken aan het pand.

Indien van toepassing kan men u ook vragen naar het jaar dat eventuele werken werden voltooid.

  1. U verkrijgt een buitenlands onroerend goed na 1/1/2021

Dan dient u zelf contact te nemen met de administratie Opmetingen en waarderingen om een kadastraal inkomen te ontvangen.

Dit kan per e-mail of per brief.

Of u kan de gegevens van het onroerend goed ook invullen via uw persoonlijke pagina op myminfin.fed.be

Wat dient u verder nog te weten?

° Hoe wordt het kadastraal inkomen bepaald?

Voor een gebouwd onroerend goed zal men de actuele normale verkoopwaarde delen door een correctiefactor die gelinkt is aan het jaar van verwerving. Voor ongebouwde onroerende goederen wordt de waarde vastgesteld op 2 EUR per hectare.

Voor materieel en outillage neemt men 5,3% van de gebruikswaarde, welke dan op haar beurt gelijk staat aan 30% van de aanschaffings- of beleggingswaarde als nieuw, eventueel vermeerder met de kosten van eventuele veranderingen

° Kan u bezwaar indienen tegen de bepaling van het kadastraal inkomen?

Ja, daarvoor hebt u 2 maanden de tijd, na de betekening.

° Mag u de buitenlandse belastingen die u betaalde nog aftrekken van deze waarde?

Neen, dat is niet meer toegelaten.

° Wat als er wijzigingen zijn aan het pand?

Als deze wijzigingen een effect van minstens 15% of 50 EUR zouden hebben op het kadastraal inkomen, dient u een herwaardering te vragen.

° Wat als er omwille van economische of politieke context een sterke daling is in de waarde van uw buitenlands goed?

Dan is het mogelijk een herschatting te vragen indien aan bepaalde voorwaarden voldaan is.

Tenslotte willen we nog even benadrukken dat deze regeling pas van toepassing is vanaf aanslagjaar 2022. Dit wil zeggen, over het inkomstenjaar 2021.

Als u de vraag krijgt of u een onroerend goed in het buitenland had, moet u dus voor het inkomstenjaar 2020 WEL nog een bruto huurwaarde opgeven en ons de documenten bezorgen waaruit blijkt hoeveel belastingen u op het goed betaalde in het buitenland.

Het goede nieuws is dus dat u vanaf inkomstenjaar 2021 minder werk zal hebben met het verzamelen van informatie EN dat er minder discussie zal zijn over welke waarde uw pand heeft.

UPDATE 19/03/2020 verminderde activiteit nav coronavirus – aanvragen overroepingsrecht

Wij verwijzen naar ons eerder bericht over de mogelijke economische gevolgen voor zelfstandigen door verminderde activiteit ten gevolge van het coronavirus.

https://odb.solutions/blog/verminderde-activiteit-ten-gevolge-van-coronavirus-wat-kan-u-doen/

Het overbruggingsrecht kan reeds worden aangevraagd bij het sociaal verzekeringsfonds, maar de uitbetaling ervan kan pas plaatsvinden na publicatie van het koninklijk besluit in het Belgisch Staatsblad.

UPDATE 19/03/2020 Het overbruggingsrecht is ondertussen goedgekeurd.

Wanneer?
U kan het aanvragen zowel voor het geval u uw activiteit diende te onderbreken voor minstens 7 opeenvolgende dagen.
Waar?
De aanvragen dienen te gebeuren bij uw sociaal verzekeringsfonds.
Hoe?
Ondertussen zijn er al een aantal sociale verzekeringsfondsen die hiervoor online een aanvraagformulier ter beschikking stellen.
Bij de aanvraag dient u documenten toe te voegen waaruit de oorzaak van uw onderbreking blijkt. (zelfstandigen die verplicht werden door de overheid om te sluiten, hebben automatisch recht op deze uitkering voor de maanden maart en april, ongeacht of de onderbreking volledig of gedeeltelijk is)
Uitkering?
Wie getroffen werd met een volledige of gedeeltelijke sluiting door de overheid, heeft voor de maanden maart en april recht op een uitkering van 1.291,69 EUR zonder gezinslast of 1.614,10 EUR met gezinslast.

Wie uit eigen beweging minstens 7 dagen zijn activiteiten onderbreekt zou recht hebben op een aangepaste uitkering, maar dit is nog onder voorbehoud. Dit zal in de komende dagen nog duidelijker worden. De details zijn nog niet gepubliceerd.

Volgende link bevat meer informatie over het overbruggingrecht nav corona, de voorwaarden en het aanvraagformulier: https://www.vlaio.be/nl/subsidies-financiering/subsidiedatabank/overbruggingsrecht-voor-zelfstandigen-coronavirus

Maatregelen aangekondigd n.a.v. Nationale Veiligheidsraad 12/03/2020

Naar aanleiding van de Nationale Veiligheidsraad die werd gehouden op 12 maart 2020 zijn er nu extra maatregelen geponeerd.

Voor wat betreft de handelszaken valt het volgende te noteren:

  • Alle activiteiten worden geannuleerd. Ongeacht of het gaat om openbare of privé activiteiten en ongeacht hun omvang;
  • Discotheken, cafés en restaurants blijven gesloten;
  • Hotels kunnen open blijven, maar zullen hun restaurantgedeelte moeten sluiten;
  • Zaken die hun voeding via thuisbezorging of drive-in kunnen aanleveren, kunnen dit blijven doen;
  • Winkels blijven open tijdens de week en sluiten tijdens het weekend;
  • Voedingswinkels en apotheken blijven open tijdens de week en het weekend, maar worden gevraagd hun hygiëne aanbevelingen te verhogen;

Voor werkgevers :

Men blijft oproepen om zoveel als mogelijk telewerken in te zetten.

Het openbaar vervoer blijft functioneren, maar men vraag u te beperken tot noodzakelijke verplaatsingen en zoveel mogelijk gebruik te maken van glijdende werkuren, om de diensten niet te overbelasten.

U kan de informatie terugvinden op de website van de premier.

https://www.premier.be/nl/coronavirus-fase-2-gehandhaafd-overgang-naar-de-federale-fase-en-bijkomende-maatregelen


Pour nos clients francophones, nous vous renvoyons au lien ci-dessous, où vous trouverez des informations adaptées.
https://www.info-coronavirus.be/fr/

source: http://blog.be.accountants/fr/article/coronavirus-document-informatif-pour-les-employeurs/7036


Tenslotte is er ook een hulplijn omtrent economische maatregelen: 0800/120.33

Verminderde activiteit ten gevolge van coronavirus: wat kan u doen?

Situaties voor werkgevers

Werknemers die in quarantaine geplaatst worden, kunnen overmacht inroepen.

(enkel de gevallen waarin de werknemer zelf niet ziek is, maar wel in quarantaine zit)

De werknemer dient zo snel mogelijk zijn werkgever te verwittigen.

Door het inroepen van overmacht wordt de uitvoering van de arbeidsovereenkomst geschorst.

De afwezigheid van prestaties heeft de afwezigheid van loon tot gevolg, maar onder bepaalde voorwaarden kan de werknemer een uitkering genieten van de RVA wegens tijdelijke werkloosheid.

Het is de werkgever die de overmacht zal inroepen en het werkloosheidsbureau hiervan op de hoogte zal moeten stellen door middel van een aangifte.

Werknemer komt terug uit risicogebied

U mag een medisch attest vragen aan zulke werknemers. Echter, als vaststaat dat de werknemer niet arbeidsongeschikt is, zal u hem de toegang tot de werkvloer niet kunnen weigeren.

U kan echter wel beslissen dat de werknemer thuis moet werken gedurende een periode of hem in een apart lokaal tewerk te stellen.

Werknemer die ziek is

Indien u merkt dat een werknemer ziek is, mag u hem/haar vragen om, met het oog op de veiligheid van de andere medewerkers, naar huis te gaan.

Voor werknemers die ziek zijn als gevolg van het coronavirus, gelden de gewone regels zoals bij enige andere ziekte.

Tijdelijk gebrek  aan werk

Een werkgever kan ook overmacht inroepen wanneer hij in een situatie terecht komt waardoor hij zijn personeel niet tewerk kan stellen.

Hier zijn, al naargelang de situatie, de mogelijkheden tijdelijke werkloosheid wegens overmacht, of economische werkloosheid.

U kan in dat geval terecht bij uw lokaal RVA kantoor voor de aanvragen.

>> Tijdelijke werkloosheid wegens overmacht:

  • wanneer je onderneming afhankelijk is van import uit China of andere risicogebieden;
  • een werknemer zit vast in het buitenland door de corona maatregelen;
  • een werknemer zit in quarantaine.

>> Tijdelijke werkloosheid – economische werkloosheid:

  • wanneer je ten gevolge van het coronavirus minder bestellingen hebt of er afspraken worden afgezegd, waardoor je je werknemers niet tewerk kan stellen
  • een onderneming die in moeilijkheden geraakt door onvoorziene omstandigheden gelinkt aan het coronavirus.

Meer informatie voor werkgevers via volgende link: https://werk.belgie.be/nl/nieuws/update-coronavirus-preventiemaatregelen-en-arbeidsrechtelijke-gevolgen

Over de tijdelijke werkloosheid vindt u informatie op de website van de RVA:
https://www.rva.be/nl/nieuws/tijdelijke-werkloosheid-ten-gevolge-van-het-uitbreken-van-het-coronavirus-covid-19-china-en-andere-landen-getroffen-door-de-ziekte-update-15032020


Situatie voor zelfstandigen

Overbruggingsrecht ten gevolge van coronavirus

Zelfstandigen die geconfronteerd worden met een gedwongen onderbreking ten gevolge van het coronavirus, kunnen beroep doen op de derde pijler van het overbruggingsrecht indien aan alle voorwaarden voldaan is.

Zowel de quarantaine van de zelfstandige zelf als andere situaties waardoor de zelfstandige zijn activiteit moet onderbreken, zoals:

  • Werknemers in quarantaine;
  • Leveringen onderbroken;
  • Vermindering van de activiteit;
  • ….

Er wordt nu gewerkt aan een wetsvoorstel om deze derde pijler flexibeler te maken om hem ten volle te benutten voor de gevolgen van het coronavirus.

In afwachting van de goedkeuring van dit wetsvoorstel heeft de minister alvast details gegeven over de voorziene maatregel:

De zelfstandige die gedwongen wordt om zijn activiteit te onderbreken wegens overmacht zal rechts hebben op een financiële uitkering tussen

25% en 100% van het bedrag van de maandelijkse financiële uitkering, afhankelijk van het aantal periodes  opeenvolgende kalenderdagen waarin hij onderbreekt .

De maatregel zal dienen voor gevallen vanaf 1 maart 2020.

Het is nu afwachten tot de maatregel definitief wordt. Wij zullen u hiervan op de hoogte houden.

UPDATE 16/03/2020

Horecazaken die nu verplicht dienen te sluiten dienen hun overmacht niet meer te staven wanneer ze tijdelijke werkloosheid aanvragen.

Winkels die in het weekend moeten sluiten kunnen enkel een aanvraag indienen voor economische werkloosheid. Indien zij nog niet door de Minister zijn erkend als onderneming in moeilijkheden op grond van uitzonderlijke gebeurtenis, kunnen in afwachting van die erkenning een aanvraag doen voor tijdelijke werkloosheid wegens overmacht.

Aanvragen voor tijdelijke werkloosheid wegens overmacht, kunnen slechts worden toegestaan tot en met 03/04/2020.

Leveranciers van horecazaken (PC 302) kunnen ook tijdelijke werkloosheid aanvragen wegens overmacht.

Nieuwe adviezen voor ondernemingen om verspreiding van het coronavirus tegen te gaan

Om de verspreiding van het coronavirus te vertragen heeft de regering aangepaste adviezen geformuleerd. Er wordt gevraagd om flexibiliteit te voorzien in de organisatie van het werk, waar mogelijk. ODB brengt u hierbij op de hoogte van de laatste aanpassingen:

  • het toestaan van thuiswerk, indien mogelijk, en technologie inzetten om vergaderingen op afstand te organiseren;
  • het uitstellen van niet dringende meetings of ze op een alternatieve manier organiseren;
  • het toestaan van flexibiliteit in de werkuren zodat een betere spreiding ontstaat in het gebruik van het openbaar vervoer;
  • de werkomgeving blijvend alert maken op ziektesymptomen en de principes van de basishygiëne;
  • de mogelijkheid te voorzien om regelmatig de handen te kunnen wassen met aangepaste voorzieningen zoals papieren doekjes, afsluitbare vuilbak, e.a.;
  • personeel dat ziek is of zich ziek meldt, vragen om thuis te blijven;
  • het annuleren van ‘indoor’ massa evenementen van meer dan 1000 personen (afdwingbaarheid is voorlopig de bevoegdheid van de lokale besturen).

Meer informatie of een update van de laatste nieuwe maatregelen kan u terugvinden op de website van het agentschap innoveren en ondernemen: https://www.vlaio.be/nl/nieuws


Bron: https://werk.belgie.be/nl/nieuws/update-coronavirus-preventiemaatregelen-en-arbeidsrechtelijke-gevolgen

Steunmaatregelen naar aanleiding van het Coronavirus – Covid – 19: Wat kan je doen?

Indien het corona virus een impact heeft op uw onderneming, kan u wellicht beroep doen op de coronasteunmaatregelen die de overheid neemt. Wij zetten voor u de voorwaarden op een rijtje:

Welke ondernemingen?

Wie
Natuurlijke- en rechtspersonen die een ondernemingsnummer hebben, ongeacht hun activiteitensector.

Wanneer
Ondernemingen die daadwerkelijk hinder ondervinden van de verspreiding van het virus en dit kunnen bewijzen*

*Dit bewijs kan geleverd worden door aan te tonen dat er een daling is van het omzetcijfer, een aanzienlijke daling in bestellingen of reservaties of wanneer uw onderneming slachtoffer is van de gevolgen van een kettingreactie met partnerondernemingen.

Opgelet: ondernemingen die, onafhankelijk van het coronavirus, reeds structurele betaalmoeilijkheden kennen, komen niet in aanmerking.

Welke schulden?

  • Bedrijfsvoorheffing
  • Personenbelasting
  • Vennootschapsbelasting
  • Rechtspersonenbelasting
  • BTW

Welke maatregelen?

De maatregelen bestaan uit:

  • Een afbetalingsplan;
  • Vrijstelling van nalatigheidsinteresten;
  • Kwijtschelding van boetes wegens niet-betaling.

Hoe aanvragen?

Indien u een aanvraag wilt doen, gebeurt dit per schuld.

De aanvraag moet ingediend worden op het ogenblik van de ontvangst van het aanslagbiljet of het betaalbericht. En dit ten laatste op 30 juni 2020. Het formulier hiervoor kan u terugvinden op https://odb.solutions/my-documents/my-file/downloads/

Het ingevulde formulier mag u per mail of per brief  rechtstreeks indienen bij het centraal contactpunt voor de maatregelen. Dit is het Regionaal invorderingscentrum bevoegd voor uw woonplaats of maatschappelijke zetel. U ontvangt reactie binnen de 30 dagen na uw aanvraag.

U kan het bevoegde kantoor opzoeken via de kantorengids van de overheid: https://eservices.minfin.fgov.be/annucomp/UI01_16_act03_loadSecondSearch.do?idTqChosenCompetence=501#resultaat

Wanneer niet weerhouden?

  • Schulden die voortvloeien uit fraude komen uiteraard niet in aanmerking.
  • De steunmaatregelen zullen opnieuw ingetrokken worden indien een toegestaan afbetalingsplan niet wordt nageleefd. Mocht u uw afbetalingsplan dus niet kunnen opvolgen is het erg belangrijk dat u de betreffende overheid hiervan tijdig op de hoogte brengt.
  • Tenslotte zal ook de start van een collectieve insolventieprocedure de maatregelen doen vervallen.

Mocht u hieromtrent echter nog bijkomende vragen hebben of nog bijkomende informatie wensen, staan wij uiteraard ter uwer beschikking.

Bron: https://financien.belgium.be/nl/ondernemingen/steunmaatregelen-betreffende-het-coronavirus-covid-19

Wijziging BTW nummer voor Nederlandse eenmanszaken

Tot voor kort gebruikten Nederlandse BTW-plichtigen, die handelen in de hoedanigheid van een natuurlijk persoon ( een eenmanszaak) een BTW-nummer dat deels bestond uit een socialezekerheidsnummer.

Doordat het gebruik van de eigen socialezekerheidsnummer in strijd is met de privacywetgeving, werd besloten vanaf 01 januari 2020 de Nederlandse eenmanszaken een nieuw BTW-nummer toe te kennen.

Indien u zaken zou doen met Nederland, willen wij hier graag uw aandacht vestigen in het kader van uw facturatie.

Bron: https://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/nl/btw/content/gebruik-vanaf-1-januari-2020-uw-nieuwe-btw-identificatienummer

Belangrijk bericht voor bestaande vennootschappen betreffende de nieuwe vennootschapswetgeving

In mei 2019 werd een volledig nieuwe vennootschapswetboek aangenomen. Dit nieuwe Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV) bevat verschillende wijzigingen voor bestaande vennootschappen, waarvan de dwingende regels op 1 januari 2020 in voege treden.



Naar aanleiding van ons vorig artikel, willen we u graag herinneren aan de zaken die u, ingeval u een BV(BA) heeft, zelf moet aanpassen:

° De benaming van uw vennootschap moet op alle documenten ( briefhoofding, stempels, e-mail handtekening, besteldocumenten, folders, templates …) en websites worden aangepast:

* “Besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid” wordt vervangen door “Besloten vennootschap”
* “BVBA” wordt vervangen door “BV”

° U bent vanaf 1 januari 2020 niet langer “zaakvoerder” van uw vennootschap, maar “bestuurder”:

Hoewel het hier enkel de terminologie betreft, heeft dit ook effect op het professioneel gebruik van uw benamingen. Alle documenten en websites waarop er naar u verwezen wordt als zaakvoerder vereisen dan ook  de nodige aanpassingen (  e-mail handtekening, stempels, …

° Stopzetting van de ketting aan rechtspersonen-bestuurders:

In de nieuwe regelgeving wil men meer transparantie voorzien in de bestuurdersposten.

Waar het vroeger mogelijk was om een rechtspersoon als bestuurder te hebben, die op haar beurt werd vertegenwoordigd door haar bestuurder, opnieuw een rechtspersoon, is dit vanaf 1 januari 2020 niet langer het geval.
Een rechtspersoon die optreedt als bestuurder van een vennootschap zal verplicht zijn een natuurlijke persoon aan te duiden als vaste vertegenwoordiger.

Indien u nog in de situatie verkeerd zoals hierboven vermeld, gelieve ons dan te verwittigen, zodat wij het nodige kunnen doen om eventuele publicaties voor te bereiden.

Hervorming Vennootschapsbelasting overzicht

Maatregelen vanaf 2018 (aanslagjaar 2019)
Voordelig Nadelig
– Basistarief verlaagt naar 29% – Herziening notionele interestaftrek
– Crisisbijdrage 2% – Minimum belastbare basis (volgorde aftrekken)
– KMO-tarief van 20% op eerste schijf van 100.000 EUR – Meerwaarde op aandelen
– Investeringsaftrek naar 20% – Vooruitbetaalde kosten: fiscaal matchingprincipe
– DBI-aftrek 100% – Beperkingen voorzieningen voor kosten
– Voorafbetalingen
– Belastingsupplementen
– Zwaardere sanctie bij niet-aangifte
– Roerende voorheffing op kapitaalverminderingen
– Minimumbezoldiging
– Investeringsreserve
– Nalatigheidsintresten en moratoriuminteresten
– Bedrijfsvoertuigen
Overzicht van de maatregelen vanaf aanslagjaar 2019 (boekjaren vanaf 1/1/2020)
Overdracht van bestanddelen:  ‘inbound transfers’ worden gewaardeerd aan de werkelijke waarde
Internationale fiscaliteit: de  ATAD-richtlijnen worden stilaan omgezet in nationale wetgeving
Fiscale consolidatie: aftrekbare groepsbijdrage vwd. 5 belastbare tijdperken verbonden aan de vennootschap
Maatregelen vanaf 2020 (aanslagjaar 2021)
Voordelig Nadelig
– Basistarief verlaagt naar 25% – Autokosten
– Geen crisisbijdrage – Aanslag geheime commissielonen
– KMO-tarief van 20% op eerste schijf van 100.000 EUR – Disconto voor schulden
– Mobilisatie vrijgestelde reserves – Afschaffing degressieve afschrijvingen
– Fiscale consolidatie – Intrestaftrek 30% fiscale EBITDA
– CFC wetgeving
–  Valse Hybride wagens
– Afschaffing diverse voorkeurregimes (bijkomend personeel, stagebonus…)
– Prorata eerste afschrijving
– MFI rente

Groepsverzekeringen voor zelfstandigen – weldra iets voor u?

Hoort bij Ministerraad van 6 oktober 2017

De ministerraad keurt op voorstel van minister van Financiën Johan Van Overtveldt een voorontwerp van wet goed dat het fiscale luik regelt van de nieuwe aanvullende pensioenen voor zelfstandigen.

Overeenkomstig het regeerakkoord beschikken de zelfstandigen die actief zijn als natuurlijke personen voortaan over de mogelijkheid om naast hun vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen (VAPZ) een tweede pijler te verwerven die vergelijkbaar is met die van de zelfstandige bedrijfsleiders. Het voorontwerp van wet, dat vandaag werd goedgekeurd, regelt het fiscale luik van die nieuwe aanvullende pensioenen voor zelfstandigen. Op het vlak van de inkomstenbelastingen houdt dit het volgende in:

  • de bijdragen voor het aanvullend pensioen komen in aanmerking voor een federale belastingvermindering aan 30 %
  • het bedrag van de bijdragen dat in aanmerking komt voor een belastingvermindering wordt bepaald in functie van een aangepaste 80 %-regel
  • de uitkeringen vanaf de vroegst mogelijke pensioenleeftijd of naar aanleiding van het overlijden van de aangeslotene worden in principe belast in de inkomstenbelasting tegen het tarief van 10 %

Er wordt ook voorgesteld om de bijdragen en premies te onderwerpen aan de jaarlijkse taks op de verzekeringsverrichtingen tegen het tarief van 4,4 %.

Het voorontwerp wordt voor advies overgemaakt aan de Raad van State