Wat met de afzonderlijke bijdrage van 5%? (Update)

In een voorgaand artikel besproken we reeds de bijzondere aanslag van 5% voor vennootschappen die niet minstens 45.000 euro toekende aan minstens één van hun bedrijfsleiders. Deze maatregel was in werking vanaf 1 januari 2018. Het doel van deze maatregel was om te voorkomen dat zelfstandigen hun activiteiten gingen onderbrengen in vennootschappen om zo belastingen te vermijden.

Er kwam echter stevige kritiek op deze maatregel van verschillende experts. Volgens hen werkte de maatregel als een dubbele sanctie. Zo werd een kmo die geen 45.000 euro uitkeerde niet enkel uitgesloten van het gunstig tarief (20% op de eerste schijf van 100.000) maar moest deze ook een extra aanslag van 5% betalen. Bovendien was de regeling uiterst complex. Omwille van deze redenen werd op 4 april beslist de afzonderlijke bijdrage af te schaffen.

Bronnen: IAB Studiedienst, delbo advocaten

BTW-regeling voor vouchers wijzigt vanaf 1/1/2019

De wetgeving omtrent vouchers is vanaf 1/1/2019 een nationale wetgeving geworden. Het gaat hierbij enkel om vouchers die melding geven van de voorwaarden en kunnen worden ingeruild tegen een goederenlevering of diensten en dus niet om kortingsbonnen.

Voor enkelvoudige vouchers, ofwel vouchers waar de btw bij toekenning al gekend is, is de btw verschuldigd vanaf het moment dat de voucher wordt opgesteld. Bijvoorbeeld een voucher die je kan inruilen tegen een drankmand. Hierbij is het btw tarief namelijk al op voorhand gekend (21%). Indien de enkelvoudige voucher niet wordt gebruikt binnen de afgesproken periode, kan de btw-niet worden gerecupereerd.

In geval van meervoudig gebruik, ofwel vouchers waar het btw-bedrag nog niet gekend is bij toekenning, is de btw pas verschuldigd bij inruiling. Bijvoorbeeld een voucher voor een restaurant bezoek. Op het moment van opstellen, weet je immers niet of het zal gaan om btw-tarief voor drank (21%) of voor maaltijden (12%). Bij niet gebruik van de meervoudige voucher is er dus ook geen btw verschuldigd, aangezien btw pas op moment van inruiling wordt toegepast

Geplaatst in BTW
getagged met

Voordelen vanuit het buitenland toekennen? Opgelet!

Veel internationale bedrijven keren zogenaamde RSU’s aan hun Belgische werknemers aan. Een RSU, ofwel restricted stock unit, is een gratis aandeel die vaak pas later definitief wordt uitgekeerd. Bijvoorbeeld na het behalen van een bepaalde doelstelling. Doordat deze RSU’s pas later definitief zijn moest de werknemer deze pas opnemen in de persoonsbelasting in het jaar van ‘vesting’, ofwel het jaar dat de RSU definitief wordt.

Aangezien er in België geen specifieke wetgeving was omtrent RSU’s waren bedrijven niet verplicht een fiche aan te houden. Door de invoering van een nieuw KB is dit nu wel het geval. Bovendien heeft ook de RSZ zijn definitie omtrent loon aangepast. Concreet betekent dit dat deze toekenning van gratis aandelen nu ook worden onderworpen is aan de RSZ.

Hoe de vrijstelling voor sociaal passief berekenen vanaf 2019?

Door het invoeren van het eenheidsstatuut lagen de kosten voor sommige bedrijven beduidend hoger dan voordien. Omwille hiervan is de vrijstelling voor sociaal passief ten gevolge van het eenheidsstatuut ingevoerd, die geldt vanaf 1 januari 2019. Deze geldt bovendien ook voor werkgevers die niet negatief werden beïnvloedt door het eenheidsstatuut.


Hoe wordt deze vrijstelling nu berekend? Het wordt berekend als drie weken bezoldiging per begonnen dienstjaar. Dit bedrag is echter geplafonneerd tot 100% van de bezoldiging op de eerste schijf tot €1.500, 30% van de tweede schijf tot €2.600 en geldt niet voor alle schijven van bezoldigingen boven €2.600. Verder wordt vanaf het 21ste dienstjaar het aantal bijkomende weken herleid tot één. De vrijstelling wordt bovendien verspreidt over 5 jaar met 80% in het eerste jaar en 20% in alle volgende jaren. De vrijstelling is pas geldende vanaf de werknemer aan zijn/haar zesde dienstjaar begint.

Om in aanmerking te komen voor deze vrijstelling moet de werkgever een nominatieve lijst van tewerkgestelde werknemers aanleggen en een positief belastbaar resultaat hebben.

Bron: Fiscaal Pro, nummer 4 (2019)