Tax shelter voor startende ondernemingen

Particulieren kunnen genieten van een belastingvermindering van 30 of 45% indien zij rechtstreeks investeren in het kapitaal van startende vennootschappen. Een vennootschap kan zo maximaal €250.000 ophalen tijdens zijn bestaan. De investeerder mag per jaar max. €100.000 investeren. De tax shelter geldt voor investeringen die vanaf 1 juli 2015 worden uitgevoerd.

Wie komt in aanmerking als begunstigde onderneming

Voorwaarden voor de begunstigde vennootschappen

Deze maatregel richt zich tot kleine vennootschappen die gelijktijdig aan de volgende voorwaarden voldoen:

  •  Het moet gaan om een binnenlandse vennootschap of een vennootschap uit de Europese Economische Ruimte (EER) die in België over een ‘Belgische inrichting’ beschikt. De vennootschap mag ten vroegste op 1 januari 2013 zijn opgericht.
  • De vennootschap mag niet opgericht zijn in het kader van een fusie of splitsing van vennootschappen. In die gevallen gaat het immers niet om een startende vennootschap.
  • De vennootschap mag, in het verleden, nog geen kapitaalvermindering hebben doorgevoerd of dividenden hebben uitgekeerd.

  • De vennootschap maakt niet het voorwerp uit van een collectieve insolventieprocedure of bevindt zich niet in de voorwaarden van een collectieve insolventieprocedure.
  • De vennootschap mag na de storting van de sommen door de belastingplichtige niet meer dan €250.000 fiscaal aangemoedigde inbrengen ontvangen hebben tijdens haar bestaan. Dit bedrag wordt niet geïndexeerd.

Aan volgende voorwaarden moet de vennootschap voldoen gedurende 48 maanden volgend op de volstorting van de aandelen. Als deze voorwaarden niet langer vervuld zijn tijdens deze periode zal de belastingvermindering gedeeltelijk worden teruggenomen:

  • De vennootschap mag geen beleggings-, thesaurie- of financieringsvennootschap zijn.
  • De vennootschap mag geen ‘vastgoedvennootschap’ zijn.
  • De vennootschap is niet beursgenoteerd.
  • De vennootschap mag de ontvangen sommen niet gebruiken voor de uitkering van dividenden of de aankoop van aandelen, noch voor het verstrekken van leningen.

Definitie startende vennootschap

De investering moet gebeuren naar aanleiding van de oprichting van de vennootschap of naar aanleiding van een kapitaalverhoging binnen de 4 jaar na de oprichting ervan. Het gaat in beide gevallen om vennootschappen die ten vroegste op 1 januari 2013 werden opgericht. Een vennootschap wordt geacht te zijn opgericht:

  • op datum van de neerlegging van de oprichtingsakte ter griffie van de rechtbank van koophandel;
  • of op datum van een gelijkaardige registratieformaliteit in een andere lidstaat van de EER.

Wanneer de activiteit van de vennootschap bestaat uit de voortzetting van een werkzaamheid die voorheen werd uitgeoefend door een natuurlijke persoon of een andere rechtspersoon, wordt de vennootschap, geacht te zijn opgericht op het ogenblik van de eerste inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen door die natuurlijke persoon, respectievelijk van de neerlegging van de oprichtingsakte van die andere rechtspersoon ter griffie van de rechtbank van koophandel of van het vervullen van een gelijkaardige registratieformaliteit door die natuurlijke persoon of andere rechtspersoon in een andere lidstaat van de EER.

Definitie kleine vennootschap

Voor het aanslagjaar dat verbonden is met het belastbaar tijdperk waarin de kapitaalinbreng wordt gedaan, moet het gaan om een kleine vennootschap (zoals gedefinieerd in §§1 tot 6 van artikel 15 van het Wetboek van vennootschappen) die voor het laatst afgesloten boekjaar, niet meer dan één van volgende criteria overschrijdt:

  • jaargemiddelde van het personeelsbestand: 50 werknemers;
  • jaaromzet, exclusief btw: €9.000.000;
  • balanstotaal: €4.500.000.

Wanneer meer dan één van de criteria worden overschreden of niet meer worden overschreden, heeft dit slechts gevolgen wanneer dit zich in twee opeenvolgende boekjaren voordoet. De gevolgen gaan dan in vanaf het daaropvolgende boekjaar.
De criteria moeten op geconsolideerde basis worden bekeken wanneer het gaat om een moedervennootschap of om een vennootschap die behoort tot een consortium. Wanneer er boekhoudkundig geen consolidatie wordt opgemaakt, kan men kiezen voor een alternatieve consolidatie: verhoging van de criteria met 20%.
Een vennootschap die zijn activiteit start, en dus niet beschikt over deze cijfers, moet de criteria bij het begin van het boekjaar te goeder trouw schatten.
Definitie micro-vennootschap
Een microvennootschap (zoals gedefinieerd in artikel 15/1 van het Wetboek van vennootschappen) is een kleine vennootschap met rechtspersoonlijkheid die op datum van de jaarafsluiting geen dochtervennootschap of moedervennootschap is en die niet meer dan één der volgende criteria overschrijden:

  • jaargemiddelde van het personeelsbestand: 10 werknemers;
  • jaaromzet, exclusief btw: €700.000;
  • balanstotaal: €350.000.

Er zijn geen beperkingen naar activiteitensector waarin de vennootschap actief is. Vzw’s zijn in beginsel niet onderworpen aan de vennootschapsbelasting.
Meer details over deze voorwaarden kan u terugvinden op de website van Financiën.

Wie komt in aanmerking als investeerder

De investeerder is een natuurlijk persoon die “rechtstreeks” investeert in de vennootschap, via een crowdfunding platform of via een starterfonds, en moet voldoen aan volgende voorwaarden:

  • Zowel de rijksinwoners (onderworpen aan de personenbelasting) als de niet-rijksinwoners (onderworpen aan en geregulariseerd in de belasting van niet-inwoners, natuurlijke personen) worden beoogd.
  • De investeerder is verplicht de aandelen die hij heeft volstort minimum 4 jaar aan te houden (niet van toepassing bij o.m. een faling). In geval van een vrijwillige uitstap gedurende de eerste vier jaar zal het fiscaal voordeel worden terugbetaald in verhouding met het aantal maanden tussen de uittreding en het 4de jaar.
  • Zowel de familieleden van de oprichters als de werknemers van de onderneming kunnen dit fiscaal voordeel verkrijgen als ze in de startende onderneming investeren.
  • De inbreng van kapitaal door de bedrijfsleider zelf of de bestuurders van de vennootschap kan niet in aanmerking komen voor de toepassing van de tax shelter-regeling. Het gaat om zaakvoerders, bestuurders, vereffenaars, gelijksoortige functies en zelfstandige directeurs. Deze uitsluiting is ook van toepassing op personen die onrechtstreeks een functie van bedrijfsleider uitoefenen als vaste vertegenwoordiger van een andere vennootschap of door tussenkomst van een andere vennootschap waarvan deze personen aandeelhouders zijn.

De investeerder (belegger) kan maximum €100.000 per jaar via de tax shelter-regeling investeren. De maximale participatie in het kapitaal die in aanmerking komt voor het fiscaal voordeel, bedraagt 30%. Als de voormelde drempel van 30% wordt overschreden, wordt de belastingvermindering beperkt tot een investering ten belope van de eerste 30%.

Bedrag van het fiscaal voordeel voor de investeerder

Voor een directe investering of investering via een crowdfunding platform (erkend door de FSMA) is de belastingvermindering afhankelijk van de omvang van de vennootschap bij de fondsenwerving:

  • de belastingvermindering bedraagt 30% van het geïnvesteerde bedrag in kmo’s.
  • de belastingvermindering bedraagt 45% van het geïnvesteerde bedrag in micro-ondernemingen;

De belastingvermindering is niet terugbetaalbaar noch overdraagbaar.

Voor een investering in een starterfonds zal de belastingvermindering van toepassing zijn in het inkomstenjaar waarin het fonds zijn investeringen heeft gedaan. De belastingvermindering bedraagt 30% van het geïnvesteerde bedrag in het start-up compartiment.

Om in aanmerking te komen moet het startersfonds aan bepaalde voorwaarden voldoen:

  • het fonds moet een speciaal compartiment voor investeringen in start-ups hebben;
  • ten minste 80% van dit compartiment moet worden geïnvesteerd in start-ups die voldoen aan de criteria van de tax shelter;
  • het fonds moet worden goedgekeurd door de FSMA.

De belastingvermindering is niet terugbetaalbaar noch overdraagbaar.

Momenteel is enkel de rechtstreekse investering mogelijk. Er moeten nog een aantal formaliteiten worden verduidelijkt m.b.t. het startersfonds én de erkenning van crowdfunding platformen bij koninklijk besluit.

Bijkomende voorwaarden

  • De investering moet gebeuren in aandelen op naam die door de vennootschap nieuw zijn uitgegeven naar aanleiding van haar oprichting of van een kapitaalverhoging.
  • De inbreng moet in geld worden gedaan. Een inbreng in natura is dus niet mogelijk evenals schuldeffecten en andere financiële instrumenten (options, warrants,…).
  • De investering moet gebeuren binnen de 48 maanden:
    • naar aanleiding van de oprichting van de startende vennootschap;
    • of naar aanleiding van een kapitaalverhoging binnen de 4 jaar na de oprichting van de vennootschap. Hierbij wordt gekeken naar de datum van de inschrijving op de kapitaalverhoging en niet naar de datum van de effectieve storting.
  • Als u de aandelen van een startende vennootschap binnen de 48 maanden na de aanschaffing ervan vervreemdt, zal een deel van de belastingvermindering worden teruggenomen.
  • De verkoop van reeds bestaande aandelen komt niet in aanmerking.
  • Een vennootschap kan maximum €250.000 ophalen via de tax shelter-regeling tijdens haar bestaan.
  • Er worden geen specifieke voorwaarden opgelegd wat betreft de besteding van de opgehaalde gelden. Deze opgehaalde gelden mogen wel niet aangewend worden om dividenden uit te keren, aandelen van andere vennootschappen te verwerven of om leningen af te sluiten.

Aanvraagprocedure

De belastingvermindering wordt slechts behouden op voorwaarde dat de belastingplichtige tot staving van zijn aangiften in de inkomstenbelastingen van de volgende 4 belastbare tijdperken het bewijs levert dat hij de betrokken aandelen of rechten van deelneming in een erkend startersfonds nog in zijn bezit heeft. Aan deze voorwaarde moet niet meer worden voldaan met ingang van het belastbare tijdperk waarin de belastingplichtige aandeelhouder of deelnemer in het fonds is overleden.

Controleur mag nu ook de data inkijken die u bewaart in de cloud

Als u als belastingplichtige een controleur op bezoek krijgt, moet u uw boeken en bescheiden laten inkijken als de ambtenaar daar om vraagt.

Wat met elektronische gegevens?

Deze documenten worden tegenwoordig door belastingplichtigen echter vaak bijgehouden op een computer of server. Deze elektronisch bewaarde documenten mogen vandaag de dag al door belastingambtenaren worden ingezien.

Inzage in de cloud

Om ook het inzagerecht van de ambtenaren op deze evolutie af te stemmen, heeft de programmawet van 1 juli 2016 artikel 315bis WIB92 – dat het inzagerecht regelt – gewijzigd door toe te voegen dat   de in dit artikel vermelde verplichtingen ( = bijhouden en laten inzien van de documenten) eveneens gelden, wanneer de gegevens waar de administratie om verzoekt, zich digitaal in België of in het buitenland bevinden. Met andere woorden ook gegevens in de cloud mag de controleur inzien.
Een gelijkaardige aanpassing gebeurde in het btw-wetboek (WBTW) zodat ook de btw-ambtenaren dezelfde bevoegdheid krijgen.

Vanaf wanneer?

De nieuwe maatregel geldt vanaf 14 juli 2016

Welke fiscale controles te verwachten in 2016?

Mogelijks bent u het doelwit van een controle. Wanneer loopt u een verhoogd risico?

U bent een particulier en u bevindt zich in een van de volgende situaties;

  • het bijzondere aanslagstelsel voor buitenlandse kaderleden is op u van toepassing;
  • hij/zij heeft aangegeven dat hij/zij recht heeft op een belastingvermindering voor inkomsten van buitenlandse oorsprong;
  • de geautomatiseerde behandeling van de aangifte brengt aan het licht dat:
    • hij/zij niet al zijn beroepsinkomsten, Belgische en buitenlandse, heeft aangegeven,
    • hij/zij geen aangifte heeft gedaan van een onroerend goed waarvan u in België of in het buitenland eigenaar bent,
    • hij/zij giften aftrekt zonder over een fiscaal attest te beschikken.

U bent zelfstandig bedrijfsleider en bewijst uw kosten

U beschikt over een onderneming

De onderneming wordt mogelijk gecontroleerd als:

  • ze als schuldenaar van inkomsten niet op een correcte en volledige manier de fiscale fiches 281 heeft ingevuld, waardoor de verkrijgers niet kunnen worden geïdentificeerd;
  • ze een horecazaak uitbaat en niet voldoet aan de verplichting om een geregistreerd kassasysteem te gebruiken;
  • ze, als btw-eenheid of als lid daarvan, bepaalde verplichtingen inzake btw niet heeft nageleefd;
  • er bij vereffening een vermoeden bestaat dat voor bepaalde vereffeningsverrichtingen niet alle fiscale heffingen werden voldaan.

Zoals tijdens de vorige jaren zullen de belastingplichtigen die, ondanks het feit dat hun een herinnering werd gestuurd, hun belastingaangifte niet indienden, worden gecontroleerd. In het bijzonder zal er aandacht worden besteed aan de belastingplichtigen die reeds herhaaldelijk geen aangifte hebben ingediend.

De burgers en ondernemingen die we controleren, zullen worden geselecteerd op basis van indicatoren die op een verhoogd fiscaal risico wijzen. Voor de burgers kan de geautomatiseerde behandeling van de aangifte leiden tot een selectie voor de controle van eventuele onregelmatigheden.

Naast deze specifieke aandachtspunten voert de FOD Financiën uiteraard nog andere controles uit van de fiscale situatie van de burgers en de ondernemingen.